
Een recensie van Zo God het wil van de Italiaanse schrijver Nicolò Ammaniti in Trouw bracht in november 2007 dit boek op mijn lijstje Te kopen. Van dat laatste kwam het niet meteen, maar begin 2009 stond het dan toch in mijn boekenkast op het plankje Te lezen.
Afgelopen voorjaar lag ik in het AMC voor een chemokuur. Daar kwamen twee van mijn fietsvrienden op bezoek en hoewel ik ze al herhaalde malen had bezworen niet steeds met cadeautjes aan te komen, overhandigden ze me toch een in mooi papier verpakte attentie. Wat kwam daar uit? Een boek van Nicolò Ammaniti, getiteld Ik ben niet bang.
"Je hebt het nog niet? Mooi. We vonden dit gezien jouw huidige situatie wel een toepasselijke titel."
"Da's ook toevallig. Ik lees bijna alleen maar Nederlandse literatuur. Nu heb ik twee Italianen in mijn leesvoorraad staan. Dank jullie wel, maar de volgende keer komen jullie wel met lege handen! Afgesproken?"
Nog diezelfde week had ik Ik ben niet bang uit. Bloedstollend, buitengewoon knap geschreven. Vanaf de eerste bladzijde voelde ik een dreiging boven de pagina's hangen die gedurende het hele boek niet verdween en in de laatste regels tot een gruwelijke ontknoping kwam.
Dat is zo'n boek dat je met een zucht weglegt. Een zucht van opluchting? Van bewondering? Van afschuw? Al deze kwalificaties zijn erop van toepassing.
Goed, op het naar het volgende boek, en aangezien ik nu toch met Ammaniti bezig ben, laat ik dan maar meteen doorgaan met Zo God het wil.
Uit de flaptekst had ik kunnen weten dat dat geen verstandige beslissing was:
De dertienjarige Cristiano Zena woont bij zijn vader Rino, een drinkende, werkloze, gewelddadige, getatoeëerde neonazi. Het soort dat je niet graag in het donker op straat tegenkomt. Maar Rino houdt van Cristiano en heeft zich vol overgave op zijn zoon gericht: vol tederheid en oprechtheid onderwijst hij zijn zoon in geweld en mishandeling.
Al op de tweede bladzijde kreeg Cristiano opdracht een hond dood te schieten, en toen wist ik het wel. Geen Ammaniti meer.
Vervolgens kwam schoonzoon D. aan met De eenzaamheid van de priemgetallen. Ha, vanaf dat dat boek uitkwam, wilde ik daar meer van weten. Een boek met zo'n titel, daar kun je toch niet om heen. Met de ervaringen rond Ammaniti in mijn achterhoofd, zou het wel een probleem kunnen zijn dat de schrijver Italiaan is.
Inderdaad, het boek is prachtig, briljant geschreven, maar zo alles vernietigend uitzichtloos dat de moed me in de schoenen zinkt. De vrouwelijke hoofdpersoon lijdt aan anorexia, de mannelijke aan een vergaande vorm van autisme. Zie daar maar eens een harmonieuze, troostrijke relatie op te bouwen.
Is er dan niemand gelukkig in Italië?
Eerder schreef ik dat S. en ik trouwe volgers zijn van de tv-serie In therapie. Tot nu toe hebben we geen aflevering gemist. Toch is er gaandeweg de serie zowel bij mij als bij S. een wrevel aan het ontstaan, waardoor ik mogelijkerwijs de eindstreep niet ga halen. O nee, aan de kwaliteit van de acteurs ligt het zeker niet. Die spelen dermate overtuigend dat ik het verhaal steeds weer wordt ingezogen, maar waar ik steeds moeilijker tegen kan is dat al die spelers zo verdomd assertief zijn, tegenover de therapeut, tegenover de partner, dochter of zoon. Er hoeft niet dit te gebeuren of huppekee, daar gaan ze weer, daar slaan ze zonder aanziens des persoons om zich heen, schelden ze de ander verrot. Natuurlijk, als je in therapie gaat, dan zal er wel iets aan de hand zijn, maar dat een therapeut dagelijks wordt overspoeld met dit soort goedgebekte cliënten, die of met de therapeut of met de trainer naar bed willen, nee, dat overtuigt me steeds minder.
Een jaar geleden zou ik deze boeken en tv-serie wellicht prima verteerd hebben, nu staan al die ongelukkigen me steeds meer tegen. Iedereen is op zoek naar het Geluk, maar niemand lijkt in staat een fatsoenlijke relatie op te bouwen, laat staan die te koesteren en te onderhouden.
Wat ben ik dan ongelofelijk gezegend met mijn lieve vrouw en kinderen en met heel veel aardige vrienden.
Bovenstaande tekst had ik al enige tijd geleden in concept klaar staan. Het communicatiesysteem in het UMC-U mocht dan geavanceerd zijn, ik kreeg het toch niet voor elkaar om het in de goeie lay-out op het scherm te krijgen. Daarvoor moest ik eerst thuis zijn, en jawel, dat ben ik sinds gistermiddag. Wat is er zoal voorgevallen, de laatste dagen?
Zoals in de vorige blog gemeld werd ik dinsdag 24 augustus opgenomen vanwege ernstige ademhalingsproblemen. Op woensdag werd een drain ingebracht waarmee het vocht achter de rechter long - de oorzaak van de benauwdheid - kon worden afgetapt. Nou, dat wilde wel toen de slang eenmaal was ingebracht was er binnen de kortste tijd ruim 2 liter vocht afgevoerd, en kon ik weer een stuk makkelijker ademhalen. Omdat een te snelle afvoer het risico op een klaplong verhoogt, is er woensdag gestopt met de drainage. Op donderdag ging die weer door, uiteindelijk resulterend in een hoeveelheid van ruim 5 liter. Nou, dat luchtte op hoor.
Zaterdagochtend kon de drain verwijderd worden, en na nog een paar uur controleren van bloeddruk, temperatuur en zuurstofgehalte van het bloed mocht in tegen 15 uur naar huis.
Wat de bron van het vocht is, is nog niet bekend. Het zou zeer wel een gevolg van mijn tumor kunnen zijn. Duidelijk is wel dat aan de periode van relatieve rust na de chemokuren een einde is gekomen. Na iedere dip voel ik me verder verzwakt, kan ik minder, kost het me meer moeite de trap op te komen.
Blij ben ik in elk geval dat de pijnstilling nu goed werkt en dat ik mede daardoor heerlijk slaap.