De overgang van het Amsterdamse AMC naar het UMC in Utrecht verloopt niet helemaal zonder slag of stoot. Pas op 27 mei kunnen we daar voor het eerst terecht. Ik vind dat wel erg ver vooruit, maar we hebben dat wel over ons zelf afgeroepen. Dokter De Graeff, volgens meerdere mensen in onze omgeving de beste specialist palliatieve zorg die Nederland kent, is volgende week met vakantie en kan ons pas op het spreekuur van 27 mei voor het eerst te woord staan. Bij een minder hoog aangeschreven collega zouden we al eerder terecht kunnen (maar daar neemt Saar geen genoegen mee - zo zie je hoe ten huize van Van Dorp de machtsverhoudingen liggen.)
Gelukkig merk ik dat ik langzaam weer wat meer energie krijg. De oncoloog van het AMC blijkt gelijk te hebben toen ze in ons gesprek van 27 april de verwachting uitsprak dat dat zou gebeuren. Het gaat mij niet snel genoeg maar het blijkt inderdaad zo te zijn dat de chemokuren langzaam hun naweeën verliezen.
En dan ineens, zonder een duidelijke aanleiding, word ik overvallen door een diep doorvoelde en intense droefheid, biggelen de tranen me over de wangen als ik bedenk dat ik me nooit meer helemaal fit zal voelen, dat ik nooit meer wakker zal worden met de gedachte ‘ah, vandaag ga ik eens lekker in de tuin werken, met Saar een fietstocht maken over de Utrechtse Heuvelrug of een concert bijwonen in Vredenburg’. Dood zijn is niet erg, geconfronteerd worden met een lijf dat het langzaam maar zeker laat afweten is onverdraaglijk. Niet eerder drong dat besef zich zo niet te stuiten op en ik ben er kapot van.
Wij leven aan de hand van verwachtingen, van toekomst. Geluksgevoel is leven met een open toekomst. Depressie is leven met een gesloten toekomst.
zegt Rutger Kopland in Al die mooie beloften, en hij heeft gelijk.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten