maandag 10 mei 2010

Exhibitionisme

A. aan de telefoon: “Ik heb net je weblog gelezen. Die tekst van gisteren ontroert me. Je kunt het altijd zo mooi verwoorden.”
Stilte. Wat moet ik daarop zeggen?
Uiteindelijk stamel ik wat van “Fijn om te horen. Er zijn meer mensen van wie ik dat hoor. Ja, ik probeer natuurlijk iets te delen.”
Waarom schrijf ik? Wat wil ik bereiken met dit weblog en eerder in mijn vorige woonplaats met mijn Dagboek van een twijfelaar? Wat drijft me? Ik heb er al vaker mijn hoofd over gebroken. Is het exhibitionisme? Zeker, ook dat maar uiteindelijk is het toch vooral een wanhopige poging met mensen in contact te treden, emoties te delen. Het streelt dan natuurlijk mijn ijdelheid als mensen daar hun bewondering voor uit spreken. Toch zit ik daar niet op te wachten. Wat echt troost is als mensen in reactie op mijn openheid zich zelf open stellen en een glimp van hun eigen kwetsbaarheid durven te tonen.

3 opmerkingen:

  1. De beste duiding ooit van wat taal ons mensen te bieden heeft, dit! Zo is het helemaal. En je zegt in je weblog veel, ook tussen de regels door. Maar dat hoef ik jou niet te vertellen. Hoe jij ongewenste zendingsdrang pareert, bijvoorbeeld. Iedereen in zijn of haar waarde latend. Doet mij denken aan Joop den Uyl. Niet bepaald mijn held, maar zijn antwoord vanaf zijn ziekbed op een vraag van een EO-journalist of de PvdA-politicus in God geloofde zal ik nooit vergeten. "Nee", sprak Den Uyl, "ik geloof niet in God. Maar ik weet heel zeker dat God wel in mij gelooft". Einde interview, niemand gekwetst. Taal, daar hadden we het over. Cees M

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Cees, dank je wel voor deze (en voorgaande) lovende woorden. Als je hier naast me zat zou je zien hoe rood ik kleur van trots.

    Groet, Henk

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Eerder schreef je dat je niet zo'n prater bent, nooit geweest ook. Nou Henk, dat deel je dan met vele anderen. Maar schrijven is wel iets dat je beheerst, en hoe! Schrijven doe je zonder de afleiding van mensen om je heen. In een gesprek moet je snel je woorden zien te vinden. Soms komen die woorden niet zo makkelijk of nog ergerlijker, je kunt er niet opkomen. Ook zo'n kwaaltje waar we last van krijgen als we ouder worden. Voor schrijven neem je de tijd. In afzondering komen de woorden vaak als vanzelf. Sterker, je weet af en toe niet waar je het vandaan haalt maar je voelt dat wat je schrijft precies klopt. Het is iets waar je aanleg voor hebt, het geeft zelfvertrouwen en voldoening. En komen de woorden minder makkelijk dan neem je er de tijd voor en dan blijken ze toch nog te komen. Aanleg voor schrijven, aanleg voor fietsen, aanleg voor schaatsen. Aanleg om innemend en warm gevonden te worden door anderen, je bent vast ook een hele fijne opa! Iets, of misschien wel veel, van die prachtige kwaliteiten zal overgedragen worden op je nageslacht.

    We leven voort in ons nageslacht, zo zie ik dat tenminste als niet gelovige. De generaties na ons zullen straks vast en zeker ook genieten van een moment dat lijkt op één van jouw momenten; een hert in het hoge gras bij zonsopkomst, van prachtig schaatsijs of een heerlijke fietstocht. En wat zeer zeker zal gebeuren is dat hun oma eens zal zeggen: precies Henk!
    Groet, Peter

    BeantwoordenVerwijderen