dinsdag 23 februari 2010

Dagboek 14 en 15 december 2009

maandag 14 december 2015 Diak Utrecht zaal 156

Jawel, tussentijds (vanaf 8 november) thuis geweest. De eerste drie dagen gingen verrassend goed, in het weekend kwam de pijn weer enigszins terug, maar aanvankelijk niet zo heftig. Twee weken de spanning of ik zodanig zou herstellen dat ik nog een keer naar mijn zus in Twello kon. Op zaterdag 23 november telefonisch nog een paar woorden met haar gewisseld. Op woensdag 25 november overleed ze. Ik kon – plat liggend in de auto – naar de begrafenis. En ook dat ging – fysiek gezien – aardig goed. De twee dagen daarna weer heel veel pijn.
En toen kwam het weekend en kreeg ik voor het eerst het gevoel: dit gaat de goede kant op. Maandag 7 november wandeling naar het winkelcentrum, en daarna weer geheel bergafwaarts, aan het eind van de week dusdanig dat ik de moed voor het eerst echt begon te verliezen, zeker toen onze overbuurman vrijdag vertelde van zijn contact met een bevriende neurochirurg die opperde: een recidief. Ik had zelf toen al het gevoel: dit gaat niet goed. Zaterdag overdag krimpende pijnen. Saar belde de huisartsenpost en met de extra morfinetabletten die ik voorgeschreven kreeg voor het eerst weer een fatsoenlijke, vrijwel pijnloze nacht gehad. Ook afgelopen nacht onder de morfine redelijk uitgerust.
Vanochtend nam Saar het heft in handen en vanmiddag stapte ik als spoedpatiënt het Diak weer binnen waar de neuroloog al snel de conclusie bevestigde: een nieuwe hernia.

Hallo, hallo, bent u daar nog? ‘k Kan moeilijk zitten, wel een beetje scharrelen en blij dat er weer actie wordt ondernomen. Alles beter dan dag in dag uit slampamperen in bed, zoeken naar een houding die zo min mogelijk pijn oplevert, en gespannen in bed stappen met de vraag: hoe lang gaat het vannacht goed?
Nu lekker liggen, soezen, muziek luisteren en wachten op de dingen die komen gaan.
Ondertussen onder de indruk van de grote betrokkenheid van Christel (die stuurde ons zaterdag naar de huisartsenpost) en Hinke. En natuurlijk Saar. Wat een moordwijven heb ik om me heen.


dinsdag 15 december

Of het van de medicijnen komt of van het ontbreken van pijn, ik lig gewoon in bed te genieten. Wat een genot is dat, je kunnen bewegen zonder krampachtig de pijnlijke onderrug te moeten ontzien.
6 x 5 mg Oxynorm veroorzaakt mogelijk ook een lichte vorm van euforie, maar het belangrijkste is dat ik me sinds maanden weer behaaglijk voel in bed.
Hoe het verder ook gaat – morgenmiddag een mri – dit heb ik in elk geval binnen. Zitten gaat nog niet goed, en de controle over mijn linkerbeen is niet 100%, maar door deze uren zonder pijn voel ik me herboren.
Buiten is de hemel strakblauw, de 3 kamergenoten zijn de rust zelve, ik lees veel – Verzamelde Gedichten van Ida Gerhardt en Oeroeg van Hella Haasse – luister af en toe naar mijn muziek en ben in afwachting van Saar, de schat die de afgelopen tijd mee leed en zo ontzettend goed voor me is.
En dan flitst er soms en gedachte door m’n hoofd: zou ik komende zomer weer helemaal mobiel zijn, inclusief hardlopen? Even een vraag, meer is het niet en zorgen maak ik me niet echt, maar soms vraag ik me het wel even af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten